Kopie en afschrift
uit het rekenboek van Henrixgen van de Velde, gelijk luidend zoals volgt:
Item heb ik ontvangen van Johan Dufels namens en vanwege de eerbare en
vrome heer Lutger Deutz, raadsverwant en wijnverkoper te Keulen.
Ten eerste 16 vierdel wijn, het ahme ad 45 gulden, 27 januari 1599. Hierop
betaald 19 gulden 4 stuivers aan de heer Fracht.
Nog de 3e maart 1599 ontvangen (1 ahm 6 vierdel?) wijn en de ahme ad 46
carolus guldens. Te betalen op st. Jan a.s.
Nog ontvangen den 24 maart (3½ ahm) wijn. Het vat ad 46 carolus
guldens. Te betalen tegen Allerheiligen.
De 4e april ontvangen (3½ ahm) wijn. Het vat als boven ad 46 carolus
guldens.
Nog de 7e mei ontvangen (2½ ahm). Het vat als boven ad 46 carolus
guldens. Deze tegen Kerstmis betaald.
Verder heeft Lutger Dutzs van Keulen een kevering wijn van (6 ahm). Het
vat ad 46 carolus guldens. Daarna heeft Johan Duvels gevuld uit de heren-kelder
16 qq wijn* op 2 juni 1599. Hiervan betaald aan de voerman Arnolt Schoer
25 carolus guldens en 6 stuivers. (*NB.
Waarschijnlijk i.v.m. het bezoek van de landvoogd, kardinaal Andreas.)
Nog op 9 augustus ontvangen van Johan Duvels wegens Lutger Dutzen een
vracht wijn, inhoudende (48 ahmen). Het vat ad 41 carolus guldens.
Nog ontvangen van Dirck van Wetten op 19 september (3½ ahm en 2
vierdel). Het vat ad 41 carolus guldens.
Hetgeen Hinrixgen van
de Velde heeft betaald van voornoemde wijn, staat in haar rekenboek. Wat
door de aanklager Herman Keijser geschreven, zal in mindering gebracht
worden.
Ter vergelijking, hieronder dezelfde
leveringen volgens het aantekenboek van Lutger Duytz, wijnhandelaar te
Keulen. De laatste levering verschilt. Volgens zijn aantekening was dit
4½ ahme en 2 vierdel. Een deel van de tekens is hiermee opgehelderd.
|