Lijst van Schepenen

 

Laatst gewijzigd: 06-04-2012 © Jan Ruiten

Hendrick Corsten, schepen 1705-1745+

Liefst veertig jaar heeft Hendrick Corsten zijn schepenstoel bezet gehouden. Als oudste zoon van de pachter van Jongenhof kwam hij wel het meest in aanmerking om Lerop in de schepenbank te vertegenwoordigen. In de regel was de pachter zelf ook laatschepen, omdat de laatbank Lerop nog tot ver in de 17e eeuw functioneerde.

Na het overlijden van zijn moeder nam Hendrick Corsten (1670-1745) de pacht op de boerderij over. Hij was in september 1704 getrouwd met Marie Jennissen. Uit dit huwelijk werd een kind geboren, Babara. Het meisje zou naderhand trouwen met Anthoon Cuijpers, de zoon van het Steenhuis.

Het echtpaar Corsten kocht in oktober 1715 van de erfgenamen Puytlinck, eigenaars van de laathof, het zogenaamde Kempke aan het eind van het gehucht. (Dat is de volle lengte van de Wiedestraat.) De koop werd gesloten met de cijns van een malder haver jaarlijks. Weldra bouwden hij hier zijn eigen boerderij. Daarnaast had Hendrick nog zo'n 15 morgen land op zijn naam staan.

In zijn laatste wilsbeschikking bestemde schepen Corsten, dat zijn goederen gelijk verdeeld zouden worden onder de kinderen van zijn dochter Barbara. Na haar overlijden was zijn schoonzoon hertrouwd en uit dit tweede huwelijk waren eveneens meerdere kinderen geboren. Hendrick wilde dat zijn eigen kleinkinderen niet te kort kwamen.

Het schepenambt kostte Hendrick Corsten de nodige tijd. Dat blijkt wel uit de rekeningen die hij indiende, wanneer hij namens de gemeente bij een vergadering of bijeenkomst was geweest om zaken te regelen. Na zijn overlijden nam zijn schoonzoon plaats in de schepenbank.

(Zie Jan Ruiten: Lerop (1) in Roerstreek '96, en Lerop (4) in Roerstreek '98.)