Oude Heerbaan

Laatst bijgewerkt: 17-12-2015 © Jan Ruiten

Anderhalve eeuw lang heeft de Rijksweg dienst gedaan als doorgaande route van Maastricht naar Nijmegen. De nieuwe heerbaan moest de eeuwenoude doorgaande weg vervangen, en was mogelijk ook bedoeld als alternatief van de Napoleonsweg aan de overzijde van de Maas na de afscheiding van België. Oorspronkelijk zou de kiezelweg bij Roermond aan de stad voorbijgaan. Dat is bij de uiteindelijke aanleg toch gewijzigd. Groot voordeel was tevens het negeren van de "Lus van Linne", zoals de grote meander van de Maas heden ten dage genoemd wordt. Want de rivier was hier een groot obstakel geworden. Die aloude heerbaan liep van plaats naar plaats, van stad naar dorp. Maar hoe liep dan die verbindingsweg oorspronkelijk tussen Herten en Linne? Dat is op geen enkele kaart meer terug te vinden.


= detail kaart Overkwartier Gelder 1664. (1. Gulickerweg; 2. Montforterweg; 3. heerbaan) =

 

Op bovenstaande kaart uit 1664 staat de doorgaande weg naar het zuiden in een tamelijk rechte lijn getekend. Komende van de Rodebrug op de grens tussen Roermond en Herten volgde de doorgaande route de huidige Hertenerweg, de Oude Roermondseweg en ongeveer ter hoogte van de Merummer windmolen, liep de weg richting het valderen. Dit laatste stuk is in de jaren zestig van de vorige eeuw verdwenen bij het eerste uitbreidingsplan van Merum.

De weg liep vervolgens verder tussen de boerderijen Sint-Nicolaes en Douveshof, en boog daar af richting zuiden (nu Merummerbroekweg), om vervolgens...

Ja, wat eigenlijk? Daar houdt de weg op, loopt stuk op de Maasdijk. Niks doorgaande route. En toch, in ver vervlogen tijden liep de weg daar ongehinderd verder via het Schoor, of langs het Neerveld om vervolgens aan te sluiten op de huidige Kloosterstraat in Linne. De Lus van Linne was toen veel kleiner dan heden ten dage, en vormde dus nog geen bedreiging voor de doorgaande heerbaan naar het zuiden.

Via de Grootestraat en de Echterweg (nu Molenstraat en Maasbrachterweg) passeerde de doorgaande weg de vlootbeek richting zuiden. Voorbij het bruggetje volgde de weg zijn route via de huidige Linnerweg en de Heerenweg, die evenals de Grotestraat in Linne verwijst naar de doorgaande route.

Op een kaart uit 1744 staat de weg door het dorp Linne (in omgekeerde richting) vermeld als "landtstrate van Maestricht naer Rurmonde".

Deze doorgaande weg was tevens de enige directe verbinding tussen Herten en Linne. Dat was al zo in aloude tijden, toen de Lus van Linne nog maar een lusje was. Deze meander door het landschap groeide steeds verder uit. Tot profijt van de eigenaars van de Osenerhof, maar tot verdriet van menige grondeigenaar aan deze kant van de rivier.

De Oolder Ohe...
In het bunderboek van Linne, opgemeten in 1661, staan ook de akkers in de Oolder Ohe vermeld, die binnen de limiet van Linne lagen. De grens tussen Herten en Linne, liep toen veel verder door naar het noorden en vervolgens nog een eind westwaarts. Mogelijk was dit deel van de gemeente alleen nog via het lijnpad langs de Maas te bereiken. Bij de nieuwe opmeting van de landerijen een halve eeuw later, was sprake van de Linner Ohe, maar het betrof dezelfde grond. Of beter gezegd: wat daar nog van over was.

Bij de meting in december 1661 telde de Oolder Ooe ruim 40 hunder land in particulier bezit, verdeeld in zo'n 6o grotere en kleinere percelen beemden en akkerland. De gemene gronden werden niet belast en dus niet opgemeten. Bij elkaar is het dus nog meer geweest. Daar lagen de akkers van de inwoners van Linne en van menige Roermondse burger, al dan niet als onderdeel van een pachthof.

Ook Faes en Pieter van Ertten (lees: Herten) en Herman en Daem, beiden uit Merum en Jan van Roer hadden daar een akker, evenals de pastoor van Erten. Allemaal eerste klasse grond.

Omstreeks 1718 werd de gemeente opnieuw opgemeten. Van bovengenoemde gronden langs de Maas, waren nog slechts 16 bunder overgebleven (ook nu zonder de gemeinten). De gronden, die toen de Linner Ohe genoemd werden, waren ondertussen gereduceerd tot de tweede klasse, wegens de vele overstromingen, die vooral zand hadden aangevoerd.

"D'erven in de Linner Oo, voor desen gestelt geweest in den Swaren Schatt ofte 1ma Classi, zijn door de gesamentlijcke Heeren Geerfdens, ende Regeerders des Carspels Linne (overmits het Bederff ende overloop met Sandt, ende afspoelen der Maese) anno 1718 den - Aprill gestelt in den tweeden Classis, ofte Middelste Schatt."

Ook in de daaropvolgende jaren werden de percelen langs de rivier nog enkele keren opgemeten, omdat steeds meer grond door het water afdreef. Een perceel, behorende bij de Breewegshof, in 1661 nog 9 morgen groot, werd in 1748 gemeten op 3 tot 4 morgen. Een eeuw later blijkt van de Linner Ohe niets meer gespaard te zijn, buiten een klein lapje grond. Net nog groot genoeg om aan te geven, waar we de Linner Ohe dan wel moeten situeren.

Ook de kaart die landmeter Schomers in 1788 tekende naar het voorbeeld van de bunderkaart uit 1681, opgemaakt voor de schepenbank van Herten, staat de Linder O aangeduid, grenzend aan de Heerensterten in het Oolderveld. Zie de afbeelding elders op deze website.


Op de grens van Linne (Osen) en Herten 1843.
= Het laatste restant van de Linder Ooh: p. 143 van de heren Meuwissen en Wolters uit Montfort: weiland, groot 1 ha 19 a 20 ca. =

Een oude kaart, nieuw ontdekt...
Hiernaast een detail van de kaart van het landgoed Osen, ruim een eeuw eerder dan bovenstaande kaart. Bij het opmeten van de gemeente Linne omstreeks 1718, bij het aanleggen van een nieuw bunderboek, zijn immers ook een overzichtskaart en verder dertien sectie-kaarten getekend, door de landmeter Ant. van der Crabben. De Carta Prima, kaart nr. 1, betrof Oosden, de Linner Oo en de Nicodemusgrind, de enige kaart (voorzover bekend) die is bewaard gebleven. De kaart is op de een of andere manier, waarschijnlijk na de omwentelingen rond 1800, terechtgekomen in het archief van de familie de Meer d'Osen.

De percelen van de Linner Oo zijn op de kaart genummerd van 1 t/m 19. (De twee percelen met het nr. 12 en perceelnr. 16 zijn door de eigenaars geabandonnerd, ofwel afgestaan aan de koning van Pruisen, de nieuwe Heer van het ambt Montfort.) Perceel nr. 20 is gemeentegrond van Linne. Verder terug in de tijd waren de particuliere gronden aldaar nog beduidend groter in maat. Voor de hele kaart in grootformaat.

De kaart laat duidelijk zien hoezeer de rivier in de loop der tijd haar bedding had verlegd, maar ook dat de Linner Ooe omstreeks 1718 nog vanuit het dorp bereikt kon worden en toen nog net geen enclave vormde. (Kaart uit het RHCL te Maastricht 16.0754: archief familie de Meer d'Osen inv. nr 36, kaartencollectie inv.nr. 591: Carta prima, behelsende geheel Oosden, Smousbroeck, Linner Oo etc.)


= detail Taisne-kaart ambt Montfort anno 1623 (R = Roermond; H = Herten; L = Linne; O = Osen) =
 

De Linner Ohe...
Tegenwoordig moet het verkeer van Merum naar Linne, via de voormalige Rijksweg voorbij de Lus van Linne rijden, en de afslag Veestraat nemen. Dat was zo vanaf het midden van de 19e eeuw, namelijk sinds de aanleg van diezelfde rijksweg, toen nog een kiezelweg als rechtstreekse verbinding tussen Maastricht en Nijmegen. Eeuwen geleden, kon men rechtstreeks vanuit Merum naar Linne trekken via de heerbaan, die toen dus op de huidige Kloosterstraat in Linne aansloot. Dat moet dan pakweg tot de tweede helft 17e eeuw nog zo geweest zijn.

De bunderkaart uit 1718 laat duidelijk de verschillende rivierbeddingen van de Lus van Linne zien. In de volgende decennia werden de gronden van de Linner Ooe meer en meer weggespoeld. Maar ook aan het Schoor bleef de stroom nadien nog gedurig langs de oever schuren.

In 1718 zijn de meeste gronden van de Schrouverhoff, aan weerszijden van de limiet tussen Merum en Linne al door het water afgevoerd. Zeker aan Linnerzijde van de Schroefweg lagen in 1661 nog enkele grotere percelen akkerland, bij elkaar zo'n 12 bunders groot. De boerderij stond over de limiet met Merum, mogelijk nog bij de meting in 1661, maar dan niet meer voor lang.

Om enig idee te krijgen, hoe de toestand geweest kan zijn, verder terug in de tijd, zie onderstaande poging de oude Maasloop te reconstrueren. Hier is de oude heerbaan van Maastricht naar Roermond (in Linne ook wel de Echterweg genoemd) tussen Linne en Merum doorgetrokken. Het is niet meer dan een reconstructie, dus niet gebaseerd op enig kaartmateriaal.

De heerbaan Maastricht-Roermond (oranje lijn) geprojecteerd op een verzamelkaart uit de 19e eeuw. Rechts boven Merum en linksonder Linne. Het traject tussen A en B is in de loop van de tijd door de Maas weggespoeld. Voor dit gedeelte van de heerbaan kan men zich ook andere variabelen bedenken. Ook de limiet tussen Linne en Merum (rode lijn) is niet op kaartmateriaal gestoeld. De Linner Ooe en de gronden aan de Schroef waren toen beduidend groter van omvang. Het Neerveldt liep door tot aan de heerbaan.

Dat de akkers van Linne reikten tot aan de bouwlanden van Merum en Ool, kan ook wel eens tot onenigheid, zeker wanneer boeren uit Lin, tevens grond over de limiet hadden en die van Merum en Ool eveneens. Een hoog opgelopen ruzie tussen enkele inwoners van Ool en Linne in maart 1669 eindigde met de dood van Thijs Jansen van Merum. De dader, schepen Hendrick Cals uit Linne, beriep zich op noodweer, omdat hij "om sijn lieff ende leven" vreesde, daar hij tijdens de ruzie zelf al "groffelijck verwont" was. Zijn belagers waren hem tot aan Ruijtersheggen (aan het Schoor) gevolgd. Een van de getuigen, die naderhand werden opgeroepen, was Condert Schepers, molenaar te Merum. (RHCL te Maastricht 01.017: archief schepenbank Linne inv.nr. 6-f.90 e.v.)

Het dorp Linne is ontstaan als lintbebouwing langs die eeuwenoude doorgaande weg, met omsloten kampen aan weerszijden van de weg, bestaande uit huisplaats, moestuin, boomgaard en akker. Maar dat is weer een ander verhaal...