............... De Bregit - Linne

Laatst bijgewerkt: 07-01-2014 © Jan Ruiten

In De Bregit
ofwel
DE BURGHOFFSHOF
TE LINNE
Toen: gemeente Linne, Borgsweg Linnerheide (51° 09' 42,50 N - 5° 58' 09,60 O.)
(Nu: gemeente Roerdalen, Heideweg in Linnerveld.)


Dit is het (korte) verhaal van De Bregit, een pachtboerderij in het Linnerbos. De gesloten hoeve heeft de Tweede Wereldoorlog niet overleefd. Wat restte was een duistere kelder, speelterrein van menig jeugdige bezoeker op zoek naar avontuur. De boerderij stamde uit de jaren 20 van de 19e eeuw, gebouwd door Anton Burghoff, koopman te Roermond. Voorheen maakte de grond deel uit van de heide tussen Linne en Sint-Odiliënberg.

In juli 1831 gingen de erfgenamen Burghoff te Roermond over tot de verdeling van de ouderlijke goederen. Hun vader Anton Burghoff (1762-1831) had in de stad en in de nabije omgeving zijn kapitalen belegd in meerdere huizen, pachtboerderijen en landgoederen. Bij deze erfdeling viel het zevende lot toe aan de dochter Anna Barbara (1793-1844), in mei 1824 getrouwd met Johan Backhuijs, griffier bij het Vredegerecht te Neder-Cruchten. Een gelukkig huwelijk is het niet geweest. Meer over hun lotgevallen is terug te vinden op de pagina over het buitengoed De Aldenborgh te Merum, elders op deze site.

Naast het goed te Merum, erfde de jonge vrouw de bouwhof op de Linnerheide, toen nog bekend onder de naam Burghoffshof, bestaande uit huis, schuur, stalling en tuin en akkerland, ter grootte van ruim 16 ha. Tot dit erfdeel behoorde ook de veestapel van de boerderij, te weten 10 stuks hoornvee, 2 paarden, verder een lange en een korte kar, ploeg, eg en ander akkergereedschap, inbegrepen de koeketel en alle overige meubels in huis en op de hof.

In november 1826 kocht Ernest Petit, rentenier op de andere Borghof te Merum, meerdere stukken land op de heide aan de weg naar Jongenhof, verdeeld over twee blokken. Die aankoop van zo'n 9 ha deed hij tevens namens "buurman" Burghoff. In februari daaropvolgend gingen beiden over tot de opdeling van de grond. De stichting van de boerderij moeten we dan ook zoeken in of omstreeks 1627. In die jaren waren ook andere gemeenten ermee gemoeid om openbare gronden, sinds onheuglijke tijden beschikbaar voor algemeen gebruik, te verkopen en met de opbrengst de hoge schuldenlasten af te lossen.



























































Na de erfdeling onder de kinderen Burghoff zou Barbara de boerderij te Linne hebben verkocht aan haar broer Jozef. Het was vervolgens diens weduwe die in 1836 de Burghoffshof in delen te koop aanbood. Het land op het grote veld werd daarbij in percelen, van elk een hectare, geveild (rechts bovenaan en links-onder). Het was uiteindelijk Cunera Vander Schoor die de boerderij en masse verwierf. Twintig jaar na aankoop was de benaming voor de bouwhof op de Heide nog steeds Burghoffshof. De nieuwe naam voor de boerderij stamt dus uit later jaren. Volgens gegevens van het kadaster telde de boerderij, althans op en om de huisplaats ruim 18 ha land, wei, hakhout en dennenbos. Zie afbeelding hieronder.

Maria Cunera van den Schoor (1789-1872) was geboortig van Thorn als dochter van Jacob van den Schoor, hoograad en landscholtis in het minivorstendom. Zij was vernoemd naar haar petemoei de laatste abdis van het adellijk stift, Maria Cunegondis van Saksen. Cunera was eind januari 1810 in Thorn getrouwd met Joseph Janssens (1779-1831). Sinds 1813 woonde het gezin definitief op het landgoed Ravenburg in de Linnerweerd. Zijn zuster Maria Ida Janssens bewoonde met haar tweede man, generaal Jan Jozef van den Broeck het oud-jezuïetengoed Hoosden te Sint-Odiliënberg. De nakomelingen van broer en zus verwierven aaneengeschakeld groot-grondbezit tussen de Duitse en de Belgische grens doorheen het Midden-Limburgse landschap.


De weg die van midden-links doorloopt naar rechtsboven werd in die tijd genoemd de Jongenhofsweg
en vormde de grens tussen Herten en Linne. De dreef naast het huis maakte deel uit van de boerderij.
De kleinere percelen van de akkerlieden liggen in rij naast de pachthof van het groot-grondbezit.
De sterke glooiingen in het landschap geven aan dat de rivier in oeroude tijden nog vrij spel had.

In april 1857 maakte de douariere Janssens op Ravenhurg een verdeling van haar vrij eigen goederen waarover zij zonder inspraak of beletsel van anderen naar eigen goeddunken kon beschikken. Na haar overlijden zou de Bregit met de bijbehorende gronden toevallen aan haar oudste zoon Frans. Nog diezelfde maand had Frans Janssens 4 tot 5 bunder heide en een perceel dennen recht tegenover het huis gekocht bij een openbare verkoop van gemeentegrond. Ook kreeg hij bij testament de pachthof te Lerop toegezwezen, gelegen (aan de Molenveldweg) nabij de grens met Herten. Huis en hof waren omstreeks 1825 gesticht door juffrouw Tillemans. In 1847 is deze boerderij door Cunegonda opgekocht.

Na het overlijden van zijn moeder in augustus 1872 nam Frans Janssens bezit van zijn erfdeel. Kort daarop (in 1873) werden de huisplaats en de tuin op de Bregit samengevoegd en anders opgedeeld. Vanaf die tijd stonden er twee behuizingen naast elkaar. Zes jaar later is er in het kadaster sprake van een huis met schuur en boomgaard en daarnaast een huis met erf. Dit laatste zou dan de villa De Bregit zijn, waarover naderhand sprake is.

Vervolgens gaan de goederen over op de erfgenamen van George Janssens, met name diens zoon Ernest Josef Janssens. Een eind verderop was in 1866 een tweede boerderij gebouwd. Dan zwijgt het kadaster, zonder enige verdere aanwijzing op wie de goederen "tussen de Gulickerwegen" zijn overgegaan.

De bewoners van De Bregit waren Hendrikus Sampers en vrouw Helena Reijnen. Het echtpaar trouwde in oktober 1831. In huis woonde verder zekere Catharina NN. Hendrik was mogelijk verwant aan Gerard Sampers die in de bevolkingsregisters wordt genoemd als pachter van de familie in de Linner Weerd.